Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG1819

Datum uitspraak2008-04-03
Datum gepubliceerd2008-10-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers13/447987-07 A
Statusgepubliceerd


Indicatie

Onder de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek naar de persoon van verdachte niet volledig is geweest. Het onderzoek ter terechtzitting zal in verband daarmee dienen te worden hervat, teneinde de rechtbank voor te lichten omtrent de geestesgesteldheid en geestesvermogens van verdachte, zulks in relatie tot de telastegelegde feiten. Op dit moment acht de rechtbank zich hieromtrent onvoldoende voorgelicht. De rechtbank heropent en schorst het onderzoek ter terechtzitting.


Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM Parketnummer: 13/447987-07 A Datum uitspraak: 3 april 2008 op tegenspraak INTERLOCUTOIR VONNIS van de rechtbank Amsterdam, achtste meervoudige kamer A, in de strafzaak tegen: [verdachte] geboren te [geboorteplaats] (Frankrijk) op [geboortedatum] 1965, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring “Het Schouw” te Amsterdam. De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 maart 2008. 1. Telastelegging Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding zoals ter terechtzitting gewijzigd. Van de dagvaarding en de vordering wijziging telastelegging zijn kopieën als bijlagen 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De gewijzigde telastelegging geldt als hier ingevoegd. 2. Overwegingen Onder de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek naar de persoon van verdachte niet volledig is geweest. Het onderzoek ter terechtzitting zal in verband daarmee dienen te worden hervat, teneinde de rechtbank voor te lichten omtrent de geestesgesteldheid en geestesvermogens van verdachte, zulks in relatie tot de telastegelegde feiten. Op dit moment acht de rechtbank zich hieromtrent onvoldoende voorgelicht. De rechtbank overweegt dat een onderzoek naar de geestvermogens van verdachte niet voldoende op andere wijze kan geschieden dan via observatie in een inrichting tot klinische observatie bestemd, gelet op de brief van psychiater [persoon 1] d.d. 3 februari 2008 en de bevindingen van de rechtbank ter terechtzitting. Echter, alvorens over te gaan tot het geven van het bevel ex artikel 317 van het Wetboek van Strafvordering, beveelt de rechtbank de benoeming van een deskundige, bij voorkeur een psychiater, die op basis van contact met verdachte, het strafdossier, de in het verleden omtrent verdachte opgemaakte rapportages en het proces-verbaal van de terechtzitting zijn/haar oordeel vormt en zich uitspreekt over een klinische observatie. Om de klemmende reden dat genoemd nader onderzoek niet binnen één maand zal zijn voltooid, zal de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting binnen negentig dagen moeten plaatsvinden. Daarnaast is tijdens de beraadslagingsprocedure nog een deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut binnengekomen d.d. 20 maart 2008. Dit rapport is inmiddels door de griffier verspreid. Het onderzoek ter terechtzitting dient ook heropend te worden teneinde de officier van justitie en de verdediging in staat te stellen zich uit te laten over dit rapport. De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing. 3. Beslissing Heropent en schorst het onderzoek ter terechtzitting. Stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde een deskundige te benoemen die de rechtbank schriftelijk dient voor te lichten over hetgeen hiervoor overwogen is. Beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat op een nog nader te bepalen tijdstip, doch in elk geval binnen een termijn van negentig dagen na de dag van deze uitspraak. Beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen tijdstip, met kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van verdachte. Beveelt dat de benadeelde partij schriftelijk op de hoogte wordt gesteld van het nader te bepalen tijdstip. Dit vonnis is gewezen door mr. G.P.C. Janssen, voorzitter, mrs. J. Knol en G.W.A. Lamsvelt, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.M. Noomen, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 april 2008.