Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ7593

Datum uitspraak2009-09-11
Datum gepubliceerd2009-09-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers000366-09
Statusgepubliceerd


Indicatie

Er zijn gronden van billijkheid aanwezig om aan verzoeker ter zake van immateriële schadevergoeding toe te kennen, die hoger is dan gebruikelijk, gelet op de ernstige reputatieschade die verzoeker heeft opgelopen,en dat in een kleine gemeenschap. Voorts zijn er gronden van billijkheid aanwezig om een vergoeding toe te kennen voor de kosten van rechtsbijstand tot de sepotmededeling. Geen gronden voor toekenning van kosten van deskundige, nu onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de inschakeling van deze deskundige van belang is geweest voor het strafrechtelijk onderzoek.


Uitspraak

GERECHTSHOF TE ARNHEM, NEVENZITTINGSPLAATS LEEUWARDEN Raadkamernummer hoger beroep: 366-09 Raadkamernummer eerste aanleg: 08/1373 en 08/1374 Beschikking d.d. 11 september 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige raadkamer, op het hoger beroep tegen een beschikking ex artikel 89 en 591a van het Wetboek van Strafvordering d.d. 11 februari 2009 van de rechtbank te Zwolle-Lelystad op een verzoek van: [verzoeker] geboren [1978] te [geboorteplaats] wonende te [woonplaats], [adres], verschenen in persoon en bijgestaan door zijn raadsman mr. L.P.H. Hameleers, advocaat te Roermond. 1. De beschikking waarvan beroep Bij voormelde beschikking van de rechtbank is aan verzoeker toegekend een vergoeding ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering van € 285,- en een vergoeding ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering van € 2.945,29. 2. Het verzoek Verzoeker vraagt vergoeding ten laste van de Staat voor de schade welke hij ten gevolge van ondergane detentie in een strafzaak heeft geleden ten bedrage van € 3.180,-, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven. Voorts vraagt verzoeker vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten en/of geleden schade in een strafzaak tegen hem ten bedrage van € 7.868,50 , zoals nader in het verzoekschrift aangegeven. Daarnaast vraagt verzoeker een vergoeding voor de gemaakte kosten van de indiening van het verzoekschrift. 3. Aanwending van het rechtsmiddel Verzoeker is blijkens akte d.d. 12 februari 2009 op de voorgeschreven wijze (en tijdig) van voormelde beschikking in hoger beroep gekomen. 4. De behandeling in raadkamer Het hof heeft in openbare raadkamer van 28 augustus 2009 kennis genomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken. Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal, alsmede de verzoeker en zijn advocaat. 5. De beoordeling van het hoger beroep Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het hof het navolgende gebleken: - tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest; - verzoeker is op 5 augustus 2008 in verzekering gesteld en op 7 augustus 2008 heengezonden; - de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, te weten met een kennisgeving sepot d.d. 16 september 2008; - verzoeker heeft tengevolge van voormelde detentie schade geleden; - verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend. Het verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering Het hof is van oordeel, alle omstandigheden in aanmerking genomen, dat gronden van billijkheid aanwezig zijn om aan verzoeker ter zake van immateriële schade een schadevergoeding toe te kennen. Het hof is van oordeel dat aan verzoeker een hogere vergoeding dan gebruikelijk moet worden toegekend voor de in verzekering doorgebrachte tijd. Naar het oordeel van het hof heeft verzoeker voldoende aannemelijk gemaakt dat hij als gevolg van de in verzekeringstelling ernstige reputatieschade heeft opgelopen, gelet op de kleine gemeenschap die [plaats] is. Voorts acht het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat verzoeker hierdoor last heeft van slapeloosheid. Het hof acht derhalve termen van billijkheid aanwezig om aan verzoeker een bedrag van € 2.500,- toe te kennen voor de schade, welke hij tengevolge van voormelde detentie in voormelde strafzaak heeft geleden, hieronder mede begrepen de kosten voor verminderde arbeidsinzet. Het verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering Verzoeker heeft in het verzoekschrift aangevoerd dat hij tengevolge van de strafzaak kosten heeft gemaakt en/of schade heeft geleden, te weten: a. kosten raadsman € 6.389,80 b. kosten deskundige € 1.478,70 Het hof acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker een vergoeding toe te kennen voor de gemaakte kosten voor rechtsbijstand tot het moment van ontvangst van de sepotmededeling op 17 september 2008, derhalve een bedrag van € 2.405,29. Het hof acht geen gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van een vergoeding van de kosten van de deskundige Vos. Naar het oordeel van het hof heeft verzoeker onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de inschakeling van deze deskundige van belang is geweest voor het strafrechtelijk onderzoek. De kosten van het verzoek De kosten van het verzoekschrift zal het hof vergoeden overeenkomstig de terzake geldende landelijke richtlijnen, en wel tot een bedrag van € 540,-. Gelet op het vorenstaande zal het hof aan verzoeker de volgende vergoeding ten laste van de Staat toekennen: - immateriële schade € 2.500,- - kosten raadsman € 2.405,29 - kosten indiening verzoek € 540,- totaal € 5.445,29 6. Beslissing (op het hoger beroep) Het hof: vernietigt de beschikking waarvan beroep; kent aan verzoeker [verzoeker]toe een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 5.445,29; wijst af het meer of anders verzochte. Aldus gewezen door mrs. Poelman, Wachter en De Ruijter, in tegenwoordigheid van mr. Landstra als griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier. Griffier Voorzitter De voorzitter beveelt de tenuitvoerleging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag op bankrekening nr. 14.44.27.362 ten name van HMB Advocaten rabo-rekening Roosteren onder vermelding van vergoeding [verzoeker]. Voorzitter 5 5 Raadkamernummer: 366-09