Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Onteigeningswet

 

Artikel 54j
[1.] Bij het vonnis, waarbij overeenkomstig artikel 54i de onteigening is uitgesproken, benoemt de rechtbank een of meer deskundigen in oneven getale. Zij geeft aan hen opdracht om de schadeloosstellingen te begroten voor de verweerders en de derde belanghebbenden, doch slechts voor zover zij het aan hen ten processe gedane aanbod niet hebben aanvaard. Zij benoemt voorts een harer leden, om vergezeld van de griffier, als commissaris bij de opneming door de deskundigen tegenwoordig te zijn en wijst een of meer nieuws- of advertentiebladen aan, een en ander overeenkomstig artikel 27, tweede en derde lid. Artikel 28 is van overeenkomstige toepassing. Op de opneming door de deskundigen zijn de artikelen 29-34 van overeenkomstige toepassing.
[2.] Ingeval de opneming door de deskundigen reeds heeft plaats gehad overeenkomstig Afdeling 1 van dit Hoofdstuk, stelt de rechtbank een datum vast waarop de nederlegging van het deskundigenrapport zal moeten plaats vinden. De griffier draagt zorg, dat partijen, de in het proces-verbaal vermelde derde belanghebbenden en de deskundigen een afschrift van dit vonnis ontvangen. De rechtercommissaris en de deskundigen, aangewezen krachtens artikel 54c, treden in het geding als zodanig op, tenzij de rechtbank anderen in hun plaats aanwijst.
[3.] Tevens onderzoekt de rechtbank in het in het vorige lid bedoelde geval ambtshalve, of het in de dagvaarding aangeduide ter onteigening aangewezen goed hetzelfde is als dat, waarop de opneming door de deskundigen betrekking heeft gehad. Indien blijkt, dat zulks niet het geval is, beveelt de rechtbank een nieuwe opneming door de deskundigen. Alsdan zijn de artikelen 27-34 van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •