Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Waterleidingwet

 

Artikel 44
1
Ingeval de rechter blijkt, dat degene van wie de in artikel 26 bedoelde rechten en verplichtingen zijn overgegaan, en degene op wie deze zijn overgegaan, te zamen van oordeel zijn, dat het betrokken rechtsgeding een geding is als bedoeld in artikel 42, stelt hij ambtshalve indeplaatsstelling ter rolle vast.
2
Ingeval de rechter zulks niet blijkt, bepaalt hij, alvorens in het rechtsgeding te beslissen, de datum waarop een zitting zal worden gehouden waarop de partijen in het rechtsgeding alsmede degene, op wie de in artikel 26 bedoelde rechten en verplichtingen ingevolge dat artikel zijn overgegaan, worden gehoord.
3
De griffier roept de betrokkenen voor deze zitting bij aangetekende brief op.
4
Van het ter zitting behandelde wordt door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.
5
De rechter bepaalt bij beschikking tussen wie voortzetting van het betrokken rechtsgeding zal plaatsvinden.
6
In afwijking van artikel 358, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kan tegen de beschikkingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, door de in het tweede lid genoemde betrokkenen binnen een maand na de dagtekening van de in het vijfde lid genoemde beschikking hoger beroep worden ingesteld. Het hoger beroep wordt ingesteld bij verzoekschrift, waarvan de griffier bij aangetekend schrijven aan de in het tweede lid bedoelde betrokkenen, met uitzondering van degene, die dat hoger beroep heeft ingesteld, een afschrift doet toekomen. Op deze procedure is het in het tweede lid bepaalde van overeenkomstige toepassing.
7
In afwijking van artikel 426, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kan beroep in cassatie worden ingesteld binnen een maand na dagtekening van de in appèl gegeven beschikking.
8
Nadat de beschikking onherroepelijk is geworden, stelt de rechter zonodig ambtshalve indeplaatsstelling ter rolle vast.
9
Indien een mededeling, als bedoeld in artikel 43, eerste lid, geen gevolg heeft gehad in verband met het feit, dat het betrokken rechtsgeding reeds in staat van wijzen was ten tijde van de mededeling, is het volgende artikel van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •